Je begint met het maken van de bouillon.
Pa een grote soeppan enn leg hierin de sereh, pimentkorrels, een paar takjes selderij, de bouillonblokjes en salamblad in. Verwijder de schil van de ui en snijd deze door de helft. Pel de knoflook en kneus deze met een koksmes. Dit mag nu ook in de pan. Snijd de laos in dikke plakken en voeg toe aan de soeppan.
Schenk nu 3 liter water in de pan en laat dit minuten zacht koken met een deksel.
Ondertussen kook je vast de eieren hard. Laat deze goed schrikken en afkoelen. Als de eieren voldoende afgekoeld zijn, kan je deze vast pellen.
Vervolgend maak je het pepersausje. Snijd de top van de peper eraf en stam de peper in de vijzel. Heb je geen vijzel? Snijd de peper dan helemaal fijn. Wil je een pittig sausje, laat de pitjes er dan in. Schep de peper in een klein kommetje en voeg wat zoete ketjap en zoute sojasaus toe. Roer dit goed door elkaar.
Hak de overige selderij fijn. Leg alle ingrediënten in aparte bakjes.
Na ongeveer een uur is de bouillon goed getrokken.
De soepkommen kunnen nu gevuld worden. Begin met een handje van alles; beetje kipfilet, tauge, frietchips en mihoen. Voeg daarna een klein beetje gebakken uitjes en selderij toe. Het ei vind ik het prettigst als deze door de eiersnijder is gehaald. Dit eet makkelijker. Leg dit ook in het kommetje. Schenk de bouillon erover. Ik doe dit met een zeef in de pan en mijn soeplepel erboven, zodat je de kruiden niet in je bord krijgt.
Voeg naar smaak zelf per bord een beetje van de pepersaus toe. Begin met wat druppels om te proeven hoe heet dit is. Je kan altijd meer toevoegen. Is je pepersausje te heet? Dan kan je dit milder maken door meer zoete sojasaus en zoute ketjap toe te voegen naar de gewenste smaak.
Als je de bouillon eerder hebt gemaakt, hoef je alleen de bouillon op te warmen. De andere ingrediënten kunnen koud blijven.